Dag terug Hoofdpagina Taal: en Dag vooruit

Dag 21: Zoektocht naar Andrea

Mexico - vrijdag 10 december 1999

Vroeg op, ik neem de bus van 7.15 uur. Ik wil eerst naar de ruïnes, als het daar nog rustig is. Daarna Tulum in, om te kijken of ik Andrea kan vinden.

De bus doet er een klein uurtje over. Er zitten meer toeristen in die naar de ruïnes gaan. De bus stopt niet bij de ruïnes maar bij het busstation. Misschien hadden we er bij de ruïnes wel uit gekund, maar niemand heeft erom gevraagd en nu zijn we hier.

Dan maar eerst een ontbijt. Aan de noordkant van de weg is een leuk restaurantje, met rode tafelkleedjes in de zon. Ik ga er zitten, maar de serveerster komt vertellen dat ze niet open zijn. Heel raar. Aan de overkant kan ik wel ontbijten. Ik krijg vrij goede koffie en een soort tosti met kaas, ham en salade. Ik eet het maar half op. Ik heb niet echt trek.

Ik ga terug naar het busstation, kijken of ik met de bus toch naar de ruïnes kan. Ik loop wat besluiteloos rond, en opeens staat ze voor me: Andrea!! Ik kan het eerst niet echt geloven. Zomaar hier, nog voordat ik echt naar haar ging zoeken. Ik weet nauwelijks wat ik moet zeggen.

Het blijkt dat ze op het punt staat te vertrekken. Ze reist samen met een vrouw uit Zwitserland, Sandra. Ze hebben de afgelopen twee nachten nauwelijks geslapen en gaan nu naar Xpu-Ha, een tropisch paradijs tussen Tulum en Playa del Carmen. Ze vraagt me of ik zin heb om daar langs te komen! Op een stukje servet tekent ze een routebeschrijving.

Omdat het toch wel een beetje vaag is, vraag ik voor de zekerheid óók meteen haar e-mail adres. Ik wil niet nog eens dezelfde fout maken. Ik ga eerst gewoon naar de ruïnes. Ik ben wel opgelucht. Wat er vanmiddag ook gebeurt, ik heb haar in elk geval gevonden. Verder zie ik wel.

Als ik uit de bus stap, zie ik ook een meisje dat ik al vanaf Playa del Carmen steeds heb gezien. Ik vraag haar of ze weet waar de ingang is, maar ze heeft ook geen idee. We maken een praatje. Ze heet Ina en komt (ook) uit Duitsland. Ze is een stuk jonger dan Andrea, maar erg aardig. We besluiten samen de ruïnes te bekijken.

Het is intussen 10.30 uur, erg heet en enorm druk. Bij geen enkele Maya-ruïne was het zo druk. De overblijfselen zijn best mooi, maar zoals de reisgidsen al schrijven, flink beschadigd. Veel inscripties zijn maar moeilijk te zien.

Ik heb voor de zekerheid maar alleen mijn wegwerpcamera meegenomen. Je weet nooit of ik in m'n eentje ga zwemmen ofzo. Ik maak héél zuinig een paar foto's, de camera is bijna vol.

Ina en ik gaan samen zwemmen. De ruïnes van Tulum liggen heel mooi aan de zee. Je kunt bij een strandje binnen de muren van de ruïnes zwemmen, maar wij gaan een eindje verder zwemmen. Vlak ernaast vinden we een prachtig plekje waar bijna niemand is. Er zijn wel wat cabeña's, dat zijn kleine houten huisjes die je kunt huren bij wijze van hotelkamer aan het strand.

We praten uitgebreid over reizen. Dit is haar eerste lange reis alleen. Ze is pas net begonnen, een paar dagen. Ze was aan een studie begonnen, als ik het goed begrijp werktuigbouw, maar daar vond ze helemaal niets aan. Wiskunde en natuurkunde vindt ze wel erg leuk. Ze denkt erover in het voorjaar computertechniek te gaan studeren.

Ik vind haar erg bijzonder. Erg jong, maar wel zelfstandig en zelfbewust. Ik geef haar wat ideeën voor wat ze de komende weken kan gaan doen; ze weet nog niet precies waar ze heen wil. Ik vertel over Mérida en San Crisobal, en over de Maya-ruïnes die ik gezien heb. We praten over de verschillen tussen de Maya's en de Inca's. Ze wil misschien ook nog naar Peru.

Ik ben wijzer geworden nu vraag ik wèl gewoon meteen haar e-mail adres. Ze belooft me te mailen hoe de rest van haar reis verloopt.

Ik ga naar het 'paradijs' van Andrea. De bus zet me bijna op de verkeerde plaats af. Xei-Ha lijkt nu eenmaal erg op Xpu-Ha. Gelukkig ontdek ik het op tijd.

Xpu-Ha blijkt een uitgestrekt gebied van een paar kilometer langs de kust te zijn. Xpu-Ha zelf is een "ecopark", met wilde dieren en veel vermaak. Ik moet bij "X-7" zijn. De delen van Xpu-Ha blijken genummerd te zijn. Het begint bij X-1. Ik moet dus een flink eind lopen, in de brandende zon. Geeft niks, zolang de routebeschrijving maar klopt.

Op de weg X-7 staat verder niets aangegeven. Aan het begin is een huisje, daar blijkt een eenvoudige Mexicaanse familie te wonen. De vrouw vertelt me dat ik moet doorlopen tot het eind, daar is het strand.

Bij het strand is van alles voor toeristen: een klein hotel, caravans, een kleine camping, wat losse huisjes, een bar en een restaurant. Maar niemand kent Andrea en/of Sandra. De beheerder van de camping leg ik met handen en voeten uit wie ik zoek. Hij denkt dat hij ze kent "Is ze blond en heeft ze een baby?" Niet dus.

De Amerikaan die ik bij de stacaravanstegenkom zegt dat ik eens naar het restaurant helemaal links achterin moet gaan, misschien zitten ze daar. Daar kom ik inderdaad Andrea tegen.

Ik plof neer in een stoel (moe van het lopen en zoeken), krijg een flesje cola en bekijk het paradijsje. Het is inderdaad erg mooi. Het strand is bijna verlaten. Het water is hier nog blauwer dan in Playa del Carmen. Hun cabeña is heel ruim. Ze kijken recht op zee uit. Ik ben heel jaloers. Andrea kent het woord "jalous" niet, dus ik zeg maar dat ik heel blij voor haar ben.

We zitten een tijd in het zand te praten, over het zelfde als woensdag in de bus: het nut van reizen. Natuurlijk, reizen maakt je vrij en geeft je een andere kijk op jezelf. Ze heeft gelijk dat je van werk en een carrière niet gelukkig wordt. Maar aan de andere kant: reizen is ook vluchten voor de werkelijkheid. Ik denk dat ze nog niet weet wat ze wil met haar leven. Weet ik wel wat ik wil met mijn leven?

Over twee maanden gaat ze terug naar Duitsland. Ze weet nog niet wat ze dan gaat doen. Misschien weer alleen geld sparen om verder te reizen. Ze laat het afhangen van wat haar pad kruist. Als ze een aardige baan of een ander goed voorstel krijgt, gaat ze daar misschien wel op in. Dat kan overal zijn, haar vrienden wonen ook overal in Duitsland. Het is de opperste vrijheid, maar tegelijk ook besluiteloosheid. Dan lijkt het me toch beter te weten wat je wilt, en wat minder vrijheid.

We lopen door de branding, in de richting van het Ecopark. Ik voel dat we elkaar wel begrijpen, maar dat er ook afstand is. Onze werelden zijn zo verschillend. Woensdag en vandaag kruisen onze paden elkaar, maar straks nemen we afscheid en zien we elkaar waarschijnlijk nooit meer. Maar ik heb het gevoel dat het nu wèl goed is.

Ik stel het afscheid nog even uit en blijf eten. Andrea is vegetarisch en erg kritisch. De Italiaanse kok van de bar wil wel wat voor haar maken. Pasta heeft hij niet meer, maar Andrea krijgt hem zover dat hij het speciaal laat halen.

Er komt een Israeliër bij zitten. Ik geloof dat hij Jim heet, zijn moeder is Brits en zijn vader Amerikaan. Hij is kaal, heeft alleen een sikje. Hij is wel aardig, maar wil eigenlijk alleen vertellen over de plaatsen waar hij allemaal is geweest. Als je alleen reist klikt het niet met iedereen die je tegenkomt, dat is duidelijk.

Het is tijd om te gaan. Ik moet nog zorgen dat ik een bus kan laten stoppen. ik wil op tijd terug zijn om mijn groep nog te zien. Het diner heb ik al gemist, maar ik wil de laatste avond nog met ze vieren, nog één keer het glas heffen.

Andrea en Sandra lopen met me mee naar de weg. Er razen steeds auto's voorbij, maar geen bus. Wel twee de andere kant op, ik ga er daarom vanuit dat er wel een zal komen.

Ik beloof Andrea dat ik de foto's per e-mail zal opsturen. Daar is ze erg blij mee. We kijken nog naar de sterren. We zien een vallende ster, erg mooi. Met een goed gevoel neem ik afscheid.

Als er eindelijk een bus komt, moet ik heel snel gedag zeggen. Een kus, een knuffel. ik neem bijna haar zaklamp mee. ik moet rennen naar de bus die een eindje verderop gestopt is. Moe maar voldaan plof ik neer op een stoel, ik staar de duisternis in.

Terug in het hotel vind ik een briefje van Gail. De groep zit in de stad op me te wachten. In de Tequila Bar zijn ze niet, de andere bar kan ik niet meteen vinden. Ik loop rond en moet een paar keer vragen waar het is. Het kost me méér moeite om mijn eigen groep te vinden, dan het vanochtend kostte om Andrea te vinden! Grappig...

Wolfgang wint de weddenschap die ze onderling hadden. Hij dacht dat ik Andrea zou vinden, de rest niet. Gert is duidelijk onder de indruk als ik vertel hoe het is gegaan. Liz reageert weer aardig kinderachtig, doet alsof ze alleen wil weten of we gezoend hebben. Maar ze zijn allemaal blij voor me, ook al is er eigenlijk niet zo veel gebeurd.

Iedereen schrijft een boodschap in mijn dagboek, erg bijzonder.

Ze waren trouwens best bezorgd, ze vroegen zich af of ik niet misschien in de bus naar San Cristobal was gestapt.

Moe, voldaan, maar ook wel een beetje confuus val ik in slaap.

 

Dag terug Hoofdpagina Taal: en Dag vooruit